Opening Herkenradergrub

Op vrijdag 18-11-2016 is de Herkenradergrub officieel geopend.

Wethouder Opreij hield een toespraak waarna een informatiebord werd onthuld.

Hierop staat in het kort beschreven hoe dit mooie landschap in de loop der jaren is ontstaan.

Er is een wandelroute van 23 km. en een fietsroute van 11 km.

Na deze onthulling ging men op pad om de route te bekijken.

Aan het begin en einde was een tentje waar men warm vlees, brood en diverse dranken kon krijgen.

Tijdens de wandeling waren enkele rustpunten ingelast waar verschillende belanghebbende zoals

Waterschap Roer en Overmaas, Dienst Landelijk Gebied , LLTB , Kadaster , een historicus , gemeenteambtenaren

en onze eigen mensen Jo Lardinois en Lei Amkreutz hun eigen verhaal en bevindingen met de aanwezigen deelden.

 

Jo Lardinois zorgt voor het onderhoud van de groenstrook door er schapen te houden.

Hij heeft twee soorten schapen, nl. de Ardense Voskop en het Engelse schapenras Suffolk.

Het Ardense Voskopschaap is een schaap dat op magere ruige grond makkelijk kan leven en weinig beschutting nodig heeft.

Het zijn van nature vrij schuchtere schapen tegenover vreemden.

Het is een middelgroot schaap waarvan de kop en poten vosbruin zijn en verder een lichtbruine wol heeft.

De lammeren zijn bij de geboorte volledig vosbruin. Nog een opvallend kenmerk is de lange bewolde staart.

Het Engelse Suffolkschaap is ontstaan in het zuidoosten van England in het Graafschap Suffolk.

Typische kenmerken zijn de zwarte kop en poten en de fijne witte wol. Het is een vleesras.

Lei Amkreutz , van de heemkunde vereniging vertelde over het leefgebied met deze unieke flora en fauna.

De bodem is opgebouwd uit mergel afkomstig uit de Krijtzee , vuursteen in de mergel ,

grind uit de Maas en Löss door de ijstijswind afgezet.

Vier onderwerpen over dit gebied door Lei Amkreutz.

Een uniek gebied voor wat betreft:

De GEOLOGIE:
In de bodem:
MERGEL: Herkenbaar in de bodem is het tijdperk van het Krijt (146 – 65 miljoen jaar geleden). Tijdens het Boven- Krijt lag er een ondiepe zee. In de kustzones van deze zee ontstonden grofkorrelige kalken, die zijn opgebouwd uit de resten van verschillende plant- en diergroepen zoals kalkalgen, mosseldiertjes, schelpen, foraminiferen etc. In de kalksteen ontstonden later knollen en banken  van vuursteen.

Op de mergel:
MAASGRINDEN: Het einde van het Krijt ging gepaard met een enorme massa-extinctie ofwel een grootschalig uitsterven van veel soorten. Er zijn een aantal hypotheses over de oorzaak van deze massa-extinctie op de Krijt-Paleogeengrens. De Ardennen en Eifel waartoe Zuid-Limburg in geologisch opzicht behoort erodeerden weg en er ontstond een schiervlakte.
Zo’n 10 miljoen jaar geleden als de Ardennen en Eifel weer opgeheven worden door de Alpiene gebergtevorming  ontstaat de Oer-Maas, die breed over Zuid-Limburg stroomde.
Twee miljoen jaar geleden wordt de Maas als rivier door de verdere opheffing gedwongen zich in het landschap in te snijden  en onder de huidige bekende naam Oost-Maas via Luik en Eijsden ten zuiden van het eiland van Banholt naar Kerkrade en Düren te stromen waarna ze uitmondde in de Rijn. Door een snellere opheffing van de Eifel wordt ze gedwongen een meer westelijke loop te zoeken en breekt ze door haar noordwand.  Ongeveer halverwege de Herkentergrub bij een aantal rustbanken ligt duidelijk herkenbaar de hoogte van het eiland van Banholt. Het vormt de scheidingszone tussen de Oost-Maas en de West-Maas. Uiteindelijk bereikt de West-Maas door de bewegingen van de schollen haar huidige loop. Vooral tijdens de koude periodes van de ijstijden als de Maas door een breed dal stroomt zette ze veel grind af. Als het dan weer warmer werd sneed de Maas zich in een smalle zone in. Door dit insnijden van de Maas ontstonden de trapvormige hoogteverschillen in het landschap, de rivierterrassen.  Als herkenning van het omslagpunt is de rustplaats omgeven door een aantal grote maaskeien.

Op het maasgrind:
LÖSS: Tegen het einde van de laatste ijstijd was het vegetatiedek nog niet goed ontwikkeld en had de wind vrij spel met het aan de oppervlakte gelegen zand. Terwijl in Midden en Noord Nederland dekzand werd afgezet bracht de wind veel kleinere korreltjes (leem) naar Zuid Limburg en bedekte ook het grind in de Herkentergrub. De zogenaamde Löss heeft op veel plaatsen waar afzettingen uit verschillende ijstijden op elkaar voorkomen lagen van vele meters dik gevormd.

Verder in de bodem uit de prehistorie:
De ARCHEOLOGIE:
BANDKERAMIEK: In het Vroeg Neolithicum is er in de Herkentergrub vuursteen gewonnen en bewerkt. Daarvan zijn onder andere kernen, klingen en schrapers aangetroffen. Door het inventariseren van de oppervlaktevondsten in particuliere collecties kon de aanwezigheid van vermoedelijk bandkeramische vuursteen ontginners en -bewerkers worden aangetoond. Rond 5300 v.Chr. kwamen de eerste landbouwers vanuit het midden Rijngebied naar Nederland, waar het bestaan tot dan toe uitsluitend gebaseerd was geweest op jacht, verzamelen en visvangst. De migranten vestigden zich in het lössgebied van Zuid-Limburg. In de rest van Nederland ging men nog lang door met het leven van wat de natuur bood.  Deze vroegste boerencultuur in onze streken wordt lineaire Bandkeramiek (LBK) of kortweg bandkeramiek genoemd. Kenmerkend voor hun cultuur zijn o.a. de langhuizen en de aaneengesloten bandvormige versieringen die op het aardewerk werden aangebracht.

Na de prehistorie de historie:
GESCHIEDENIS
Voor het beeld van de geschiedenis is het goed terug te gaan naar bisschop Heraclius, die van 959 tot 971 bisschop van Luik was. Hij stichtte in 963 op de heuvel Publémont of Mont Saint-Martin de Sint Martinus kerk en verbond daaraan een kapittel. Een kapittel is een geestelijke gemeenschap of bestuurscollege. Het was een machtige instelling, die naast de kapittelkerk vaak ook andere kerkgebouwen, landerijen en soms complete dorpen bestuurde. Reeds bij de oprichting van het kapittel werd Breust onder de bezittingen genoemd.
De opvolger van Heraclius in Luik was Notger ook wel Notker genoemd. Hij kan gezien worden als de grondlegger van het prinsbisdom Luik. Doordat hij grafelijke rechten mocht uitoefenen van keizer Otto II vestigde hij het Luikse vorstendom en mocht hij terecht de titel van Prins Bisschop voeren.
Rond 1100 trad er in het Maasdal een sterke bevolkingstoename op. Deze leidde niet tot uitbreiding van bestaande nederzettingen maar tot stichting van nieuwe kernen op het plateau. In een voor het gebied zeldzame oorkonde  van 1157 wordt vermeld dat zeven “fidelibus nostris” (onze getrouwen) genaamd: Ludowic, Helewid, Godefrid, Winand, Adelard, Heimon en Wilnegild een stuk pas ontgonnen land (terra de novo sarto) van het Sint Martinuskapittel verwierven in Bruisterbosch. De naam is afgeleid van Breust en verwijst naar die plaats. Zij waren het die vanaf Breust door het centrale droogdal,  de Herkentergrub in trokken om zich te vestigen ten westen van de grub op een plek die nu “Gen Maar” heet. Een naam die vermoedelijk teruggaat op “mare” wat poel of plas (stilstaand water)  betekent.

Heel belangrijk voor het gebied.
De NATUUR:
DROOGDAL: De Herkentergrub is een droogdal d.w.z. dat het alleen in tijden van hevige regenval water voert.  Om de regenval vanaf het plateau te kanaliseren en overlast bij fikse regenbuien te beperken is er een ecologische verbindingszone met waterbuffers van 1,6 km aangelegd. Ze draagt zorg voor droge voeten onder aan het plateau en voor een afwisselend nat en droog landschap. De zone is voor mens en dier toegankelijk. Er zijn geen gebaande paden aangelegd. Het is de bedoeling dat de bezoekers rondstruinen. In de taluds zijn al altijd dassenburchten aanwezig geweest. Middels openingen in het hekwerk kunnen dassen zich toegang tot de grub verschaffen. Inmiddels toont de aanwezigheid van de nodige wissels aan dat zij er gebruik van maken. Ook reeën verschaffen zich de toegang net als vogels vlinders, insecten en amfibieën. In het gebied zijn afgerasterde perken beplant met verschillende soorten bomen: hoogstam fruitbomen; struweel en haag. Hier en daar zijn ze als los element in de omgeving terug te vinden. Zeer benieuwd zijn we naar wat er in de toekomst valt waar te nemen. Misschien kunnen we er de doelsoorten uit de contracten van de coöperatie Natuurrijk Limburg Zuid, zijnde: de vroedmeesterpad; de geelbuikvuurpad; de grauwe klauwier; de veldhamster; de wilde kat en de hazelmuis wel verwelkomen. Volgens ouderen uit de omgeving hebben zij er vroeger gejaagd op de veldhamster. De grubbe wordt beweid door twee kuddes schapen. Belangrijk is het wel dat struinende wandelaars met honden deze aangelijnd houden om de natuur zo weinig mogelijk te verstoren.

Tot slot:
De CULTUUR:
CULTUUR IS WAT DE MENS SCHEPT. Bijna 10 jaar geleden is door de Gebiedscommissie Maastricht en Mergelland de integrale gebiedsontwikkeling Herkenradergrub gestart. Het doel was een gebiedsgerichte verbetering van de landinrichting voor onder andere de landbouw, natuur, waterhuishouding en recreatie. Samen met alle betrokken projectpartners, landbouwers, fruittelers, LLTB, provincie Limburg, Gemeente, Dienst Landelijk Gebied, Waterschap Roer en Overmaas en Kadaster is het project gerealiseerd.
Als heemkunde Sint Geertruid en buurtvereniging Herkenrade wilden wij iets tastbaars voor dit unieke gebied. In overleg met de gemeente kwamen wij overeen dat wij midden in het gebied aan de voet van het eiland van Banholt onder een bomengroep met het door de gemeente geleverde materiaal zelf twee rustbankgroepen konden plaatsen en voorzien van een bord met passende tekst. De buurtvereniging Herkenrade rekruteerde de nodige mannen, die voor een passende plaatsing zorg droegen.

Kom en ervaar.

Lei Amkreutz  St.-Geertruid